Wanneer u ons hoort praten over 3D profiling, gebruiken we technische terminologie.
De namen van de zones zijn bijvoorbeeld geïnspireerd op de analogie van een voet.
In de video laten we u een abstracte vorm van een rechtgetrokken pijp-op-pijpverbinding zien.
De tweevlakshoek
Standaard wordt de voorkeur gegeven aan een groeflas met volledige inbranding vanwege de sterkte en het lage lasvolume. In de teenzone kan een lasser dit gemakkelijk bereiken en wordt een groeflas toegepast. Dit komt overeen met een grote tweevlakshoek.
Bij de hielzone is de tweevlakshoek veel kleiner, met een beperkte toegankelijkheid.
Een groeflas is moeilijk uit te voeren en de staven zullen onmogelijke snijhoeken nodig hebben om te voldoen.
Een hoeklas is een betere optie.
Een hoeklas in de hielzone vereist minder lasvolume, is gemakkelijker te lassen en gemakkelijker te snijden.
De overgangszone
Ergens tussen de teen- en hielzone smelten de twee lastypen langs de verbindingen samen.
Deze zone wordt de overgangszone genoemd.
De twee lasvlakken van de verbinding zullen vloeiend in elkaar overgaan om een optimale lasvoorbereiding te garanderen.
In het bijzonder wanneer de tweevlakshoek te klein wordt voor een groeflas of te groot voor een hoeklas langs de verbindingswortel.